Handvatten voor Circulair Bouwen

PrintEens in de zoveel tijd steekt er in duurzaamheidsland weer een nieuwe term de kop op. Iedereen laat dan vallen waar hij mee bezig is en rent achter de nieuwste trend aan.
Op dit moment is het toverwoord “circulaire economie”.
Hoewel mijn intro enigszins cynisch mag klinken, is er inhoudelijk niets mis met deze nieuwste stroming. Alle eer komt toe aan Ellen MacArthur en haar gelijknamige foundation, die deze term inhoud en bekendheid heeft gegeven. Overigens is er heel veel overeenkomst met de Cradle to Cradle filosofie van McDonough en Braungart (vooral gericht op productniveau tov systeemniveau).

Een circulaire economie is regeneratief (vermogen tot zelf herstellen) van ontwerp. Hij bestaat uit 2 materiaalstromen; biologische materialen, die de natuur weer kan opnemen, en technologische materialen die zo lang mogelijk in omloop dienen te blijven met zo min mogelijk kwaliteitsverlies. De circulaire economie draait uiteindelijk volledig op hernieuwbare energie. Voor inhoudelijke achtergrond raden we de 3 rapporten “towards the cricular economy” van harte aan.

Maar wat betekent dit nou voor de bouw? Kunnen wij een vertaling maken van dit circulaire gedachtengoed waarmee onze sector concreet (en meetbaar) aan de slag kan? Ja dat kan en dat is ook hard nodig. We hebben een ecologisch begrotingstekort van 30% en consumeren 3 aardbollen. De bouw is daarbij verantwoordelijk voor verbruik van:

  • 30% van onze grondstoffen
  • 40% van het totale energieverbruik
  • 40% van de totale CO2 emissie (waarvan 5% door beton!)
  • 30% van het afval
  • 20% waterverbruik

Gelukkig zijn er goede voorbeelden van circulaire bouwprojecten zoals Gemeentehuis Brummen. We moeten echter uitkijken niet alleen op het gebouwniveau te focussen, want een volledig recyclebaar gebouw is nog geen optimum voor de circulaire economie. Wij doen een voorzet en geven een aantal handvatten:
Circulair bouwen dient op de niveaus Gebied, Gebouw en Gebruiker te worden geïmplementeerd. Als methodiek onderscheiden we de volgende stappen met aandachtspunten:

Stap 0: Algemeen

  • invoeren van biologische kringloop: cascaderen (= hoogste toegevoegde waarde uit je biomassa halen)
  • invoeren van technische kringloop: recyclen en levensduurverlenging
  • zoek cross sectorale verbanden met synergie
  • innoveer op product- én procesniveau 

Stap 1: Gebied

  • Welke natuurlijke bronnen zijn beschikbaar?
  • Welke reststromen uit de buurt zijn bruikbaar?
  • Wie kan mijn reststromen (na minimalisatie) nuttig gebruiken?
  • Voer een exergie analyse op gebiedsniveau uit!
  • Hoe bevorder je de plaatselijke biodiversiteit?

Stap 2: Gebouw

  1. Niet bouwen
  2. Hergebruiken waar mogelijk; te beoordelen op:
    – gebouwniveau
    – onderdeelniveau
    – materiaalniveau
    – grondstofniveau
  3. Alleen nieuwbouw als het niet anders kan!
    – demontabel bouwen
    – scheiding van onderdelen met verschillende levensduren
    – materiaalkeuze; hanteer onze “Trias Materialis”
    – materiaalkeuze; gebruik LCA (NB*: met verstand!)
    – maak gebruik van een grondstoffenpaspoort
    – ontwerp op Total Cost of Ownership

Stap 3: Gebruiker

  • Stimuleer nieuwe businessmodellen; van eigendom naar gebruik!
  • Sturen op bewustzijn; geef inzicht en feedback
  • Stimuleer duurzaam gedrag; minimaliseren van energieverbruik en afvalproductie & maximaliseren van levensduur
  • Maximaliseren van gebruiks- en onderhoudsgemak; “idiot proof”
  • Maximaliseren van comfort en gezondheid
  • Sturen op prestaties (energie, reststromen, binnenklimaat, etc.)

Heeft u op deze ruwe methode iets aan te vullen? Wij vernemen graag uw reactie! Voor achtergrond of hulp bij implementatie neem dan contact met ons op.

*NB: men dient rekening te houden dat de LCA methode te weinig stimulans geeft voor positieve eco-impact ipv alleen minder schade berokkenen. Daarnaast wordt de optie voor recycling na gebruik slecht meegewogen. Zie “Life Cycle Assesment for a Circular Economy”.

Zorg/ recreatieconcept als motor voor duurzame gebiedstransformatie

Bo-Hotel winnaar Veluwse innovatieprijs 21 november j.l. is ons Bo-Hotel in de categorie zorg uitgeroepen tot winnaar van de Veluwse innovatieprijs 2013!

Op het voormalige ex-Berghuizer papierfabrieksterrein te Wapenveld, gemeente Heerde gelegen aan het Apeldoorns kanaal hebben de initiatiefnemers:

Ben Harsta BNO, Ebbens architecten en Aldus Bouwinnovatie een plan gemaakt om het gebied te transformeren tot een nieuwe zorg/recreatie-faciliteit met een insteekhaven vanuit het kanaal, lokale horecavoorzieningen en een zeer toekomstgerichte zorgvoorziening (Bo-hotel), op en aan het water.
Door het maximaal benutten van de bestaande gebiedswaarden (Groen / Blauw / Rood) wordt er een innovatief verdienmodel gecreëerd.
  • Groen = bestaande en nieuwe natuur
  • Blauw= water bestaand en nieuw
  • Rood = bestaande, oude gebouwen, architectuur historie

Het onderscheidende en innovatieve zit volgens ons in de combinatie van zorg en actieve recreatie met zeer aandachttrekkende duurzame water-architectuur.

Dat levert op dat er straks mensen in een geheel andere vernieuwde omgeving en in geheel andere samenstelling (condities) gaan wonen, leven, herstellen en met een watertaxi de aanliggende plaatsen kunnen bezoeken.

Zie hieronder onze winnende pitch:

Energie-obesitas vraagt om afslankmentaliteit

afslankenWat is er voor nodig om 1 miljard mensen van hun obesitas af te helpen? De afslankindustrie is een miljoenen business van wonderpillen tot trilplaten, diëten en fitnessgoeroes. Maar de meeste mensen die aan obesitas lijden lijken helemaal niet vatbaar voor deze oplossingen. Ze kijken liever weg van het probleem en houden vast aan een voedingspatroon dat hen in groot gevaar kan brengen. Wonderlijk toch!? Er zijn waarschijnlijk tig theorieën over de achterliggende psychologische problemen van dit verschijnsel dat is uitgegroeid tot welvaartsziekte nr.1 in onze westerse beschaving. Ik ken de inhoud daarvan niet, maar de oplossing ligt vrijwel zeker tussen de oren en in de mentaliteit van mensen. De wonderpil om af te slanken vindt gretig aftrek, maar zonder een stevige herprogrammering en gedragsaanpassing is een structureel resultaat natuurlijk kansloos.

En hier ligt de relatie met ons energieverbruik! We lijden massaal aan over-comsumptie en gedragen ons als een stelletje verstokte verslaafden. Ons energieverbruik is een rechtstreeks gevolg van het comfortniveau en de gemakzucht, die we ons hebben veroorloofd. Aan deze privileges laten we niet graag tornen, net zo min als aan onze snacks en fastfood. Daar moeten we rekening mee houden als we grootschalig willen verduurzamen! De bouw probeert mensen “wonderpillen en fitnessapparaten” aan te smeren waarmee energie bespaard kan worden, maar (vrijwel) niemand hapt. Zowel onheilspellende vooruitzichten als positieve beloftes helpen daarbij weinig. We volgen een aanbodgedreven strategie van productoplossingen die niemand zich laat opdringen.

In haar rendablog: ‘tijd om het spook van versimpeling te verjagen’ schrijft Anke van Hal dat jarenlang onderzoek naar de stagnatie van de energierevolutie in de bestaande woningbouw uitgewezen heeft dat we emoties van bewoners niet kunnen negeren. Men laat zich nl. door meer leiden dan door geld alleen. Anke besluit over de oplossing voor energiebesparing in de woningbouw: “het is gewoon niet simpel, maar moeilijk gaat ook!”

Wat houdt dat moeilijke pad dan in? Om af te kunnen slanken van energie-obesitas moet je emotionele en rationele stappen zetten. In opeenvolging  moet je voorkeur, (koop)gedrag en loyaliteit ontwikkelen. Nog los van de financiële impact, moet je hiervoor dus moeite doen. Dat geldt voor bewoners van woningen maar ook voor gebruikers van utiliteitsbouw. De markt moet zich realiseren dat dit een geleidelijk proces is en dat je mensen dus niet in 1 keer van 100% verbruik naar 0% kunt krijgen. Dit proces noem ik vraagactivatie. Zonder een sterke focus op vraagactivatie, verwacht ik geen grootschalige verduurzaming bij mensen die nu alleen een latente behoefte aan energiebesparen hebben (= de grote meerderheid). Goede voorbeelden van vraagactivatie in de bouw zijn nog schaars. Noemenswaardig zijn de lesprogramma’s die ontwikkeld worden voor kinderen op scholen. Verder zitten de aanbieders van inzicht in verbruik op het goede spoor, maar er valt nog een wereld te winnen. De kracht van “incentives” (positieve stimulans) moet nog veel beter benut gaan worden!

Voordeel van onze bouwsector tov de afslankindustrie is dat we een hoop emotionele obstakels nu al technisch en financieel kunnen oplossen, waarbij comfort en gemakzucht gewaarborgd blijven (of zelfs verbeterd)! Maar let wel: dat vraagt nog steeds om een gedragsverandering van mensen, dus ook hier geldt dat de wonderpil niet bestaat. Waar blijft de Sonja Bakker van onze bouwindustrie? Ik heb ideeën, en ben benieuwd naar die van jullie!?

Dr. Olivier Lauteslager 😉

Duurzaamheid is energieverspilling!

measureHet is niet meer aan mensen zoals wij (duurzaamheidsadviseurs) om voor te schrijven hoe een gebouw duurzaam gerealiseerd moet worden. “Waarom niet? Er zijn toch specialisten nodig om te bepalen welke ambities reëel zijn en welke maatregelen het meest efficiënt en effectief zijn?” Jawel, maar dat levert in de praktijk te weinig garanties op voor een duurzaam gebruikt gebouw (of woning of omgeving).

In onze dagelijkse werk zijn wij steeds meer bezig om ambities in de praktijk te borgen, en neemt u van ons aan dat dit veel energie vergt bij de begeleiding van ontwerp, bouw, gebruik en onderhoud. “Prima toch?” Nee niet helemaal, want het voelt als verkeerd geïnvesteerde tijd. WIj kunnen namelijk niemand opleggen om zich precies zo te gedragen zoals wij idealiter zouden willen, zoals onze modellen dat voorspellen, of zoals onze labels dat hebben berekend. Duurzaamheid wordt veel te veel gepushed!

“Hoe zou het dan anders moeten?” De gebruiker zou zich bewuster moeten zijn van zijn situatie, zijn impact en zijn mogelijkheden, zodat deze zelf gaat vragen (pull) om specifieke aanpassingen en zijn gedrag daarop gaat afstemmen! “Makkelijk gezegd, daar is hele hoop missionariswerk voor nodig?” Niet persé! Tegenwoordig kan je namelijk heel laagdrempelig inzicht verkrijgen in je energieverbruik en je binnenklimaat, zodat je weet waar je staat. Meten = weten.

Het leveren van duurzaamheidsadvies aan bewuste gebruikers is leuker, efficiënter en garandeert een veel betere uitkomst! Het is niet meer een eenmalig kunstje, maar een doorlopend proces met doelen. Aan bewuste gebruikers of opdrachtgevers hoef je geen oplossingen te verkopen. Zij zullen zelf kiezen voor beschikbare mogelijkheden (uitdaging voor de bouw). Bovendien leveren meetgegevens van gebruik betrouwbare conclusies over rendementen in duurzame maatregelen. En wie wil dat nou niet? Als je investeert, wil je toch weten of het verschil maakt!?

Geïnteresseerd? Start dan nu met meten! WIj garanderen u resultaat. En wilt u nog meer resultaat? Dan komt ons beroep als duurzaamheidsadviseur weer van pas! Want dan  helpen wij u met maatwerk aan oplossingen die u wilt, die u begrijpt en gebruikt zoals bedoeld is. Tevredenheid heet dat, terwijl de aarde er beter van wordt. Zo zou het moeten.

Heel gemakkelijk is het natuurlijk ook weer niet. Want je moet momenteel nog wel je best doen om de verschillende (meet)data te interpreteren en te combineren. Het is van groot belang om je energieverbruik en je binnenklimaat in samenhang te beoordelen, zodat de een niet ten koste gaat van de ander! Hier helpen we mee en werken eraan om de interfaces te verbeteren.

“Maar hoe zit het dan met keuze en advies over duurzame materialen en materiaalgebruik?” Tja, daarvoor blijft een specialist uiterst waardevol! Het is dus niet allemaal energieverspilling, maar het moet wel anders zodanig dat de gebruikers en gebruiksfase centraal staan.

Wij zijn benieuwd naar uw mening!

Stadlander kiest om duurzaam wonen te kopen bij Reimarkt!

Schermafbeelding 2013-06-03 om 23.55.0631 mei 2013: Reimarkt is gisteren in het Slim & Snel traject unaniem gekozen om 600 woningen in Bergen op Zoom te renoveren en energiezuinig te maken. Reimarkt wordt de eerste renovatiewinkel waar je duurzaam wonen kunt kopen. Woningcorporatie Stadlander kiest daarmee voor een aanpak waar vooral ook de particuliere woningeigenaar als klant centraal staat. De versnelling van dit hoofdpijndossier komt daarmee in zicht.

Met Reimarkt biedt Stadlander een totaaloplossing voor haar wijken, waar zij de laatste decennia veel oud-huurwoningen heeft verkocht. Reimarkt is een initiatief van 24 marktpartijen. Huurders en particuliere woningbezitters kunnen hier als woonconsumenten terecht voor renovatie en verduurzaming van hun huis. Zij kunnen écht gaan winkelen! Of de woning nou volledig energieneutraal moet worden, of er alleen een aantal zonnepanelen nodig zijn; bij Reimarkt vindt de klant helderheid over het aanbod én wat het oplevert. Ook de financiering wordt geregeld.

Door slimme productontwikkeling te stimuleren en geautomatiseerde systemen te ontwikkelen, kan Reimarkt verduurzaming veel effectiever aanbieden dan in een traditioneel renovatieproject. Reimarkt is target gericht door het gebied eerst te scannen op kenmerken als woningtype, leefstijl en energieverbruik. Middels een geautomatiseerde quick-scan krijgen die mensen gratis een persoonlijk duurzaamheidsadvies. Is de wens om te verduurzamen eenmaal aangewakkerd, dan kan de klant online en offline terecht voor advies op maat en wordt persoonlijk begeleid bij zijn aankoopproces.

Het traject van Stadlander was de laatste van een serie van vijf Slim & Snel experimenten, waarmee consortia van marktpartijen uitgedaagd werden om nieuwe concepten te ontwikkelen om woningen goedkoper en sneller energiezuinig te maken. De gedachte is, dat consortia door de grote schaal van de opgaven de ontwikkelkosten van een nieuw concept kunnen financieren.

De 24 marktpartijen van het Superconsortium:
Knaapen Groep, Stichting De Bakkerij, De Loods Architecten, Dura Vermeer, KAW architecten, Aldus Bouwinnovatie, PFC2, VDM, Van Ieperen Groep, Brink Climate Systems, Heembouw, Biq Stadsontwerp, Urbannerdam, Local, Admix, Era Contour, DWA, Inbo, Bam Woningbouw, Kuub, SVn, Essent, Active Warmth, Cauberg Huygen.Bouwgroep Dijkstra Draisma (bouwbedrijf), KAW (architect en bewonerscommunicatie), Kuub (collectief opdrachtgeverschap), Ekwadraat (energie), Acore Coaching (coaching op de biologische boerderij)

Slim & Snel
Slim & Snel is één van de initiatieven binnen Energiesprong. Het richt zich op renovatie van woningen uit de jaren ’60 en ’70 in bewoonde staat met als doel deze een kwaliteits- en energiesprong te laten maken. Zie http://www.energiesprong.nl voor meer info.

Stadlander kiest voor Superconsortium met Reimarkt!

Reimarkt BuurtSuper 2

THOLEN 6 maart 2013 – Stadlander heeft in het traject Slim & Snel het Superconsortium geselecteerd als een van de winnaars. Het Superconsortium lanceert de eerste winkel waar je duurzaam wonen kunt kopen: Reimarkt.

Reimarkt is een initiatief van 24 marktpartijen waar de consument écht kan gaan winkelen. Een winkel met producten die de consument inzicht en gemak geeft in wat er op de markt te koop is op het gebied van duurzaam wonen. Denk bijvoorbeeld aan producten als zonnepanelen, boilers en verschillende isolatiemogelijkheden. Met heldere prijzen en een ruim assortiment. Voor de consument geldt ‘what you see is what you get’. Als klant kan je met elke behoefte gaan shoppen in de winkel voor energiebesparing, wooncomfort en levensbestendigheid.

Met Reimarkt komt er  een versnelling in de energiebesparing en het wooncomfort van zowel huur als particuliere woningen. De winkel functioneert volgens de retailformule waarbij wordt samengewerkt op het gebied van bewustwording en financiering. De focus en concurrentie ligt op productinnovatie.

Het Superconsortium gelooft dat de consument zelf graag invulling geeft aan duurzaam wonen als men de producten zelf kan kopen in een winkel. Het Superconsortium was verheugd dat Reimarkt in de smaak viel bij bewoners van Stadlander. Met de omarming van Stadlander is Reimarkt een stap dichterbij haar opening en daar is heel Nederland bij gebaat.

Klik hier voor een illustratieve animatie en toelichting van het concept.

De 24 marktpartijen van het Superconsortium:
Knaapen Groep, Stichting De Bakkerij, De Loods Architecten, Dura Vermeer, KAW architecten, Aldus bouwinnovatie, PFC2, VDM, Van Ieperen Groep, Brink Climate Systems, Heembouw, Biq Stadsontwerp,  Urbannerdam, Local, Admix, Era Contour, DWA, Inbo, Bam Woningbouw, Kuub, SVn, Essent, Active Warmth, Cauberg Huygen.

Slim & Snel:
Slim & Snel is één van de initiatieven binnen Energiesprong. Het richt zich op renovatie van woningen uit de jaren ’60 en ’70 in bewoonde staat met als doel deze een kwaliteits- en energiesprong te laten maken. Zie www.energiesprong.nl voor meer info.

Hoe groen is oranje? Opdracht aan onze nieuwe koning:

Willem AlexanderAlom wordt hare majesteit geprezen voor haar invulling van het koningschap, vanuit uitzonderlijke gedrevenheid en inlevingsvermogen. Ze is het boegbeeld en een icoon van onze Nederlandse samenleving geweest. Ze heeft de monarchie in roerige tijden fier overeind weten te houden, als bindend element van ons land; een prestatie van formaat!

Maar deze nieuwe tijd, waarin gevestigde structuren zwaar onder druk staan, burgers onafhankelijk willen worden en de relatie tot autoriteiten veranderen, vraagt om een andere invulling van het koningschap. Koningin Beatrix erkent dat het tijd is voor een nieuwe generatie. Om de monarchie in de harten van de Nederlandse burgers gesloten te houden, zal koning Willem Alexander een nog grotere uitdaging wachten; de ceremoniële rol past niet meer in onze informele tijdsgeest en een politieke rol is volledig taboe. De verbindende rol van nationale trots en eensgezindheid blijft cruciaal, maar hoe geef je daar nu invulling aan?

Wij, Aldus, zijn er sterk van overtuigd dat de toekomst gevormd zal worden van onderaf en niet meer van bovenaf opgelegd gaat worden. (Zie ook Tegenlicht uitzending 28-01: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2012-2013/gat-in-de-markt.html) Leiders, in de oude zin, zijn dus overbodig. Wel is er veel behoefte aan visie, zingeving en goede voorbeelden van “empowerment” en onafhankelijkheid. Hoewel het tegenstrijdig klinkt kunnen deze ontwikkelingen juist het community gevoel van samenhorigheid en trots doen opbloeien; daar ligt een kans voor onze nieuwe koning!

Als onafhankelijk staatshoofd zonder macht zou koning Willem Alexander zich moeten opwerpen als missionaris voor de duurzaamheidstransitie van Nederland. Objectief kan hij oordelen over de status en de ontwikkelingen, met als doel de toekomstbestendigheid van ons land, waarin de economie in balans is met de ecologie. Niet de welvaart van het land, maar het welzijn van burgers en natuur staan bovenaan zijn agenda. Hij zal niet moeten regeren, maar RE-Genereren, wat in het belang is van iedereen. Niemand kan dit belang beter uitdragen en dienen dan de koning, vanwege zijn bereik en statuur. Natuurlijk positioneert hij zich daarmee soms in moeilijke situaties en belangen, maar dat zal worden toegestaan vanuit het algemene profijt. Door het goede voorbeeld te geven, en de maatschappij te wijzen op de voordelen van de transitie (tegengaan van klimaatverandering en onafhankelijkheid van olie en eindige grondstoffen) kan hij uitgroeien tot onze nieuwe burgervader; een natuurlijke rol.

Het echte transitiewerk moeten we zelf doen. Onder aanvoering van Willem Alexander kan het een oranje transitie worden, en wordt onze nationale kleur het nieuwe groen!

Oranje boven!

Gebruik GPR (en BREEAM) niet als doel, maar als tool!

impressie Voorthuijse_GPR

Duurzaamheidsinstrumenten worden in de praktijk te veel gebruikt om punten te scoren, door het aanvinken van maatregelen waarmee op papier de hoogste score wordt gehaald. De grote verscheidenheid aan onderwerpen (modules) suggereert een integrale aanpak, echter deze is alleen gegarandeerd wanneer alternatieve mogelijkheden worden getoetst op de consequenties voor het samenhangende geheel. Voor een project in Leiden toetsten wij het ontwerp op de gestelde ambities.

Voor een controle van uw ontwerp en een optimalisatie-advies mbv GPR Gebouw, klik hier: Aanbod ontwerptoets GPR Gebouw!

Door de toenemende vraag naar duurzame gebouwen wordt er steeds vaker gezocht naar een methode om de gestelde ambitie te bepalen en toetsen, aangezien het bouwbesluit hier niet toereikend voor is. Veel Gemeenten gebruiken hiervoor het toetsingsinstrument GPR Gebouw, ontwikkeld door de Gemeente Tilburg en W/E adviseurs. GPR Gebouw geeft inzicht in de duurzaamheid van een gebouw, gebruikmakend van de meest recente methodes en ontwikkelingen. Na invoer van de gegevens worden prestaties zichtbaar op de modules Energie, Materialen, Afval, Water, Gezondheid, en Woonkwaliteit.

GPR Gebouw is een accurate methode: scores worden bepaald op basis van genormeerde rekenregels (energieprestatie), onafhankelijk onderzoek en beschikbare methodieken (LCA studies naar milieueffect van materialen, Politiekeurmerk Veilig Wonen) en inzicht van deskundigen (gezondheid, toekomstwaarde). Door van te voren een ambitie te bepalen en in te voeren kan eenvoudig de behaalde score vergeleken worden en zonodig kunnen verbeterpunten worden aangedragen.

Steeds meer gemeentes stellen een ambitie van een gemiddelde GPR score van 7. Dit is een score die niet zo maar gehaald kan worden, met name op het gebied van energie en milieu (materiaalgebruik) vraagt dit extra aandacht.

Voor PFC2 heeft Aldus de bouwaanvraag voor het woningbouwproject Voorthuijsen Driehoek Leiden (ontwerp rphs architecten) getoetst aan de door de Gemeente Leiden gestelde duurzaamheidsambitie. De Gemeente wil dat het project voldoet aan hun Regionale Duurzaam Bouwen+ (DUBO+) richtlijn. Uitgangspunt van deze richtlijn is het bouwen en beheren van gebouwen in hun omgeving, waarbij de schade aan het milieu in alle stadia, van ontwerp tot sloop, zoveel mogelijk beperkt blijft. Dit wordt bereikt door verantwoord om te gaan met energie, grondstoffen, materialen en gezondheid.

Concreet betekent dit voor woningbouwprojecten:

  • Projecten worden getoetst door middel van GPR-Gebouw, de minimale score een 7 is, met minimaal een 7,5 voor energie
  • 25% CO2 reductie bij > 200 woningen
  • Het gebruik van hout uit duurzaam beheerde bossen (FsC keurmerk)
  • Het voorkomen van uitlogen van bouwmaterialen koper, zink en lood naar hemel/oppervlaktewater
  • Betere geluidsisolatie woningscheidende constructie voor zowel lucht- als contactgeluid met +5dB tot +10dB

In de ontwerpfase zijn verschillende duurzame alternatieve maatregelen onderzocht, mede op stedenbouwkundig niveau, die hebben bijgedragen aan het integrale concept.
Op basis van de bouwaanvraag en het opgestelde GPR profiel heeft Aldus een aantal aanbevelingen gedaan om beter te voldoen aan de gestelde eisen.

Om de energiescore te halen bleken aanvullende maatregelen nodig, zoals toepassing van een hotfill en zonneboilers. Op materiaalniveau diende de milieuscore verder verlaagd te worden door bijvoorbeeld toepassing van duurzaam hout en EPDM (ipv bitumen). Vanuit het integrale concept zijn de extra maatregelen een goede, nuttige en afgewogen aanvulling.

Wat zijn uw ervaringen met het werken met duurzaamheidsinstrumenten?

Duurzame troonrede: duurzaamheid in de haarvaten van elk schoolvak!

Als groot medestander en medewerker van de nieuwe revolutie en transitie juichen wij de duurzame troonrede toe! “Ecologie is de basis voor economie en niet andersom!”. De troonrede, voorgelezen door Marjan Minnesma (Urgenda), beschrijft op heldere wijze het noodlot waarop wij afstevenen en doet positieve suggesties voor de noodzakelijke transitie als oplossing.

“We moeten op weg naar een volhoudbare samenleving gebaseerd op duurzame energie, een circulaire economie, minder ‘blinde BNP-groei’ maar meer groei van welzijn en saamhorigheid”

Het aller belangrijkst is dat de mindset en het gedrag van de samenleving (snel) gaat veranderen om dit mogelijk te maken.

In de troonrede wordt specifiek de rol van onderwijs benadrukt: “duurzaamheid zou in de haarvaten van elk schoolvak moeten komen”. Wij zijn het hier hartgrondig mee eens en zouden eraan willen toevoegen: ….in de haarvaten van elk schoolvak, instelling en onderwijsgebouw (en zijn omgeving)!

De nieuwe generatie dient op te groeien met het ecologisch besef waaraan de troonrede refereert. DIt is bij uitstek een rol voor het onderwijs en ook voor de architectuur van schoolgebouwen;  een onderwijsgebouw kan namelijk als schoolvoorbeeld dienen voor duurzaamheid!

In onze adviezen proberen we duurzaamheidsmaatregelen zo zichtbaar mogelijk te maken, en er een zinvolle educatieve rol aan te geven. Hoe zou u dat in willen vullen? Graag vernemen wij goede voorbeelden en suggesties voor maatregelen tbv duurzame educatie!

Klik hier voor de volledige tekst van de duurzame troonrede.

Start de zomer biobased!

Op woensdag 4 juli 2012, start op 19:30 de ABE zomereditie in het Materials Inspiration Center in Amsterdam; dit maal praten Atto Harsta en Els Zijlstra u bij over ontwikkelingen omtrent biobased materialen en de biobased economy.

Biobased materialen; een nieuwe tendens binnen duurzaam bouwen? Feit is dat we steeds meer horen over de noodzaak voor een echte groene economie gebaseerd op BioBased grondstoffen. De afhankelijk- heid van grondstoffen groeit met het het toenemende gebruik en de optredende uitputting. De bouw is als twee na grootste grondstoffengebruiker een belangrijke speler in die grondstoffenpolitiek.

• Zijn er al voldoende BB materialen voor handen, zo ja welke ?
• Wat zijn de laatste ontwikkelingen ?
• Is een 100% BB gebouw mogelijk ?
• Kun je met BB materialen ook architectuur maken ?

In deze ABE zomereditie zullen Atto Harsta – Aldus bouwinnovatie en Els Zijlstra – Materia deze vragen en die van alle abe deelnemers toelichten in de inspirerende omgeving van meer dan 1000 materiaalsamples.

Meldt u van te voren aan bij Atto Harsta; via atto@aldus.nl – Deelname is gratis!
Klik hier voor de flyer

Een frisse visie op duurzame scholenbouw:

Alles draait om visie!
Daar begint het inderdaad, maar hoe verder? De losse stellingen van de Expertmeeting uit Schooldomein nr.5 geven weinig gevoel voor prioriteit, concrete aanpak en realisatie. Wel kunnen wij ons inhoudelijk prima vinden in de stellingen en conclusies.

In het mei-nummer van Schooldomein wordt verslag gedaan van een discussie tussen 22 professionals over het thema duurzaamheid in onderwijshuisvesting. Atto Harsta van Aldus bouwinnovatie en Stichting Living Daylights maakte deel uit van dit expert panel, die algemeen concludeerden dat: “alles om visie draait”.

Wij hebben echter te vaak gemerkt dat gerealiseerde schoolgebouwen ondanks aardige visies en ambities niet presteren zoals beoogd of zelfs volledig ondermaats. Hiervan zijn alle stakeholders de dupe. 8 van de 10 Nederlandse schoolgebouwen heeft een slecht binnenklimaat. Het wordt nog somberder als je bedenkt dat veel van deze scholen ook moderne nieuwe gebouwen betreft….

Uiteraard worden de eisen steeds hoger, waardoor de invloed en afhankelijkheid van techniek toeneemt. Juist bij die techniek gaat het vaak mis, maar vooral de integrale samenhang van maatregelen en componenten ontbreekt te vaak in de praktijk, in onze optiek.

Prioriteiten stellen
Hoe kunnen we dit beter ondervangen? Hoe borgen we dat goed bedoelde (duurzame) plannen ook werkelijkheid worden?
In onderwijshuisvesting zijn de bouwbudgetten nou eenmaal sterk gelimiteerd, op enkele ambitieuze etalage-projecten na. Het gaat volgens ons dus om prioriteiten stellen! Wat zouden we minimaal moeten bereiken en wat is daarna nog wenselijk? Ambities zijn goed, maar te hoge ambities zijn meestal funest voor een goede integrale oplossing!

De eerste prioriteit voor duurzaamheid ligt wat ons betreft bij de gebruikers en het creëren van een optimaal stimulerende leeromgeving. Concreet betekent dit dat gezondheidsaspecten in gebruiksfase (licht, lucht, ruimte, akoestiek en groen) voorrang boven alles moeten krijgen (prioriteit 1). Deze aspecten zijn namelijk direct in het belang van de leerlingen en leraren op scholen en dragen bij aan betere prestaties en minder ziekteverzuim.

Materiaalgebruik en flexibiliteit is prioriteit nummer 2. Wie duurzaamheid nastreeft zal zuinig en bewust moeten omgaan met grondstoffen en toekomstbestendige gebouwen moeten realiseren. Die flexibiliteit wordt ook vanuit de ontwikkeling van onderwijsvormen en brede scholen steeds meer gevraagd.

Prioriteit 3 is energieverbruik. Het nieuwe bouwbesluit stelt al vrij hoge eisen waaraan voldaan moet worden. Alleen nadat prioriteit 1 en 2 goed ingevuld zijn, zou je wat ons betreft moeten investeren in verdere verlaging van energieverbuik. Begin altijd bij de realisatie van een duurzaam casco, want de rest is veel makkelijker aan te passen op latere momenten. Voor dit thema is het de moeite waard om terugverdientijden te bepalen en aanvullende investeringsbudgetten te bespreken/ overwegen. Gedurende de exploitatie kan hiermee een aanzienlijke besparing worden behaald. Dat geldt eveneens voor duurzame energie-opwekking, maar realiseer je dat deze niet primair in belang is van de gebruikers en daarom nooit de gezondheidskwaliteit mag ondermijnen. Energiemaatregelen staan soms lijnrecht tegenover gezondheidsmaatregelen, zoals bijv. veel frisse lucht en natuurlijk licht versus goede isolatie.

Tenslotte vinden wij het cruciaal dat al deze maatregelen binnen een schoolproject zoveel mogelijk zichtbaar gemaakt worden voor de leerlingen. ZIj zijn de nieuwe generatie die op moeten groeien met het besef van, en waardering voor, onze leefomgeving. Een uitbundig groene speelplaats is hiervan onderdeel.

Ons advies
De vraag blijft nu: hoe hoog moet je inzetten op iedere prioriteit? Dit hangt van het budget af. Voor normale normvergoedingen valt er niet bijzonder veel te bereiken op gebied van duurzaamheid.  Met goede architectuur kan echter al een acceptabele basiskwaliteit behaald worden, en zeker meer dan het deprimerende “sober en doelmatig”  doet vermoeden. Het architectonische beeld dient dan wel ondergeschikt te zijn aan ruimtebeleving en overmaat.  Als goede standaard voor gezondheid adviseren wij om Frisse Scholen klasse B te hanteren op gebied van luchtkwaliteit, thermisch, visueel en akoestisch comfort. Heeft u dan nog budget beschikbaar? Richt u dan op verdere verbetering van energiebesparing. De grote hoeveelheden verse lucht plus de warmtecapaciteit van leerlingen rechtvaardige daarentegen geen extreem hoge isolatiewaarden boven Rc =5.

Wij hebben het voorrecht om aan verschillende schoolprojecten te mogen bijdragen, van verschillende ambitieniveaus. Ieder project en ambitieniveau kent grote uitdagingen. De belangrijkste is: om waar te maken! Hiervoor dienen in onze optiek de zorgvuldig samenhangende maatregelen nauwkeurig uitgewerkt te worden, en hun boogde prestatie helder omschreven te zijn. In de bouw en realisatie dient men gecontroleerd te worden op, en verantwoordelijk gehouden voor, deze prestaties.

Makkelijk gezegd? Ja natuurlijk!  Het is in de praktijk hard (samen)werken om dit voor elkaar te krijgen, met veel genoegen!

ir. Olivier Lauteslager; duurzaamheidsadviseur onderwijshuisvesting

Lees de relevante visies van andere professionals tijdens de expertmeeting van Schooldomein hier!

Extra groen leidt tot minder ziekteverzuim!

In een recent onderzoek van KPMG wordt becijferd dat het aanleggen van 10% meer groen in woonomgevingen een besparing van 400miljoen euro op zorg en ziekteverzuim kan opleveren.

Wij kunnen de onderzoeksmethode en -cijfers van KPMG niet controleren, maar onderstrepen de positieve correlatie tussen groen en welzijn. Interessant aan deze berekening op de gezondheidstoestand van mensen is dat je ermee kunt aantonen dat er een businessmodel achter groeninvesteringen zit.

Vanuit het natuurlijke effect van groen, en daglicht (want dat gaat samen!), blijken mensen gevoelsmatig best te overtuigen van de waarde. Toch wegen in de praktijk investeringen en kosten voor onderhoud van groen meestal niet op tegen deze veronderstelde positieve effecten.  Onbekendheid draagt daaraan bij. Harde bewijzen en terugverdientijden zijn dus nodig om  groentoepassingen als serieuze duurzame maatregel voor het voetlicht te krijgen.

Groen wordt tegenwoordig wel meer voorgesteld en ook meer toegepast, maar nog te vaak als marketinginstrument voor duurzame bouw. Je kunt tegenwoordig geen presentatie van een willekeurig architectenbureau meer vinden, waarin het ontwerp niet uitbundig  van groen is voorzien (= goede ontwikkeling). In de uitwerking en realisatie vind je daar meestal maar een schijntje van terug, zoals een prominent boompje, een groendak of een stukje groene gevel. Alle beetjes helpen uiteraard, maar gevaar van deze tendens is wel dat de echte betekenis van groen ermee kan worden uitgehold.

In de zorgsector heeft de “healing environment” stroming vrij uitvoerig onderzoek verricht naar omgevings- en gebouwaspecten die een positief effecten hebben op de mens. Daglicht en groen blijken daarin hele belangrijke componenten die onze mentale en fysieke toestand positief beïnvloeden en daarmee de revalidatie van patiënten bespoedigt. Daarnaast heeft het een positieve uitwerking op de concentratie, stemming en ziekteverzuim van het personeel. Een directe invloed op het primaire proces van zorginstellingen dus!

Als je dit principe projecteert op kantoren en schoolgebouwen, dan besef je je de bredere potentie ervan. Mensen floreren en presteren beter in een gezonde en groene omgeving, daar kan je dus geld mee verdienen (of besparen)! Een gemiddelde basisschool geeft per jaar ca. 7% van zijn jaarbudget uit aan vervangend personeel door ziekteverzuim. Ter vergelijking: energiekosten maken slechts 2% van het jaarbudget uit. Als we alle moeite die we in de bouw in energiebesparing stoppen, in vermindering van ziekteverzuim zouden investeren levert dat dus potentieel meer op! (uiteraard moeten we beiden doen) Groen is natuurlijk niet de enige factor van invloed, want ook licht-, lucht-, akoestische en ruimtelijke kwaliteit dragen hieraan bij.

KPMG refereert in hun onderzoek aan het vergroenen van de woonomgeving en het effect ervan op onze zorgkosten.  Wij zouden dit willen uitbreiden tot de volledige gebouwde omgeving en ook nadrukkelijk de aandacht willen vestigen op het gebruik van groen IN onze gebouwen! Vraag je eens af waarom planten op bepaalde plekken binnen niet goed groeien en wat die plek ons dan te bieden heeft!?

Wij roepen het al jaren: investeren in groen loont!
Prima dus dat er meer partijen naar de onderbouwing zoeken. Misschien dat we daarmee de vergroening kunnen versnellen.

Lees hier het volledige artikel van KPMG.

Herstructurering Food Center Amsterdam naar een industrieel ecosysteem?

Het Food Center Amsterdam (FCA), een groothandelsmarkt in levensmiddelen van en voor de regio Amsterdam, zal worden geherstructureerd. Via een aanbesteding waar 3 consortia aan deelnemen, zal uiteindelijk één consortium geselecteerd worden voor realisatie van het plan.

Aldus heeft op een businesscourse over de FCA ter inspiratie een lezing gegeven over:
UItwisseling van resstromen, multifunctioneel ruimtegebruik en transparantie in verwerking en productie van voedsel.

Wat kunnen we bijvoorbeeld leren van Biopark Terneuzen, waar acht verschillende bedrijven zijn verbonden met ‘Smart links’, en zo uitwisseling van laagwaardige biomassa stromen, energie , CO2 en water laten plaatsvinden? Samenwerken in een eco-industrieel park levert veel voordelen op. Of het dakpark Rotterdam waar in een multifunctioneel gebouw, verschillende functies zoals wonen, winkelen, werken onderwijs, cultuur en recreatie duurzaam verbonden worden in een groene omgeving.

Daarnaast laten businessmodellen als Landmarkt, de hofwebwinkel en de rondeelboerderij zien hoe de consument op plezierige wijze dichter bij de bron van zijn voedsel wordt gebracht. De productie en verwerking van voedsel kan prima gecombineerd kan worden met andere functies.

De herstructurering is hard nodig: sommige gebouwen zijn in slechte staat van onderhoud, de lay-out is verre van efficiënt en het FCA levert een flinke belasting van vrachtverkeer op. De herstructureringsopgave biedt mogelijkheden tot een hoge mate van verduurzaming.

Creative City Lab (CCL) heeft de 5-daagse businesscourse georganiseerd dat met 10 topstudenten het doel heeft om kansrijke concepten te genereren voor het FCA. Via dit traject is Aldus betrokken als inspirator en specialist in duurzame gebouwen, meervoudig ruimtegebruik en het sluiten van lokale kringlopen (Industrial Ecology principes).

Zie hier onze presentatie,
en voor nog meer informatie klik hier

‘Brandoverstijgend’ innoveren

De zesde editie van het Nationaal Brandveiligheidscongres 2012 vindt dit jaar op donderdag 12 april plaats in Ahoy Rotterdam. Het congres staat in het teken van de eigen verantwoordelijkheid en de daarbij behorende cultuurverandering met het oog op brandveiligheid. Het centrale thema luidt: ‘Van voorschrift naar mindset. Wanneer volgt u níet klakkeloos de voorschriften?

De setting is ook nieuw: de discussie zal voornamelijk interactief zijn en zal worden gevoerd volgens de Open Space-methode om grote groepen mensen met elkaar in discussie te brengen om bepaalde kwesties of vraagstukken te onderzoeken. Deze vraagstukken zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan vijf thema’s, waaronder ‘Duurzaamheid versus brandveiligheid’.

Interessante vragen zijn: Hoe kun je met vuur samenwerken? En hoe putten we inspiratie uit de natuur voor brandoverstijgende oplossingen?
Een bekend voorbeeld is het mechanisme van de kurkeik, isolerend inpakken van hetgeen je wilt beschermen tegen een voortrazende vuurzee. Of denk aan een cactus die voorzien is van een waterdragende laag aan het oppervlak, en op deze wijze een hoge vuur tolerantie bezit.
De natuur ziet brand in veel gevallen niet als vijand. Het vuur zorgt voor een nieuwe en voedzame bodem met allerlei mogelijkheden voor nieuw leven.
Bestaande (en in onbruik geraakte flora of onderdelen) wordt door het vuur effectief omgezet in humus en nieuwe ruimte waar de overlevers samen met de nieuwkomers bouwen aan een nieuw veelal kleurrijk evenwicht. Brand vervult een onmisbare schakel in de gesloten biologische kringloop. Er is sprake van een zeer effectieve samenwerking.
Dit scenario biedt voor de bouw geweldige kansen. Denk eens aan de 8 miljoen leegstaande kantoormeters en miljoenen onbruikgeraakte bedrijfspanden.
Deze zouden door een goede brand in één keer kunnen plaatsmaken voor nieuw duurzaam en gezond vastgoed.
Het probleem van het niet willen afwaarderen is hiermee in één keer opgelost.
Misschien is dit een iets te letterlijke vertaling van een fantastisch natuurlijk systeem, maar we moeten nadenken over andere scenario’s voor het fenomeen samenwerken met vuur. Dat is werkelijk brandoverstijgend innoveren.

Geïnteresseerd in het Nationaal Brandveiligheidscongres?
Inschrijven kan via www.sbr.nl
Meepraten kan voorafgaand en tijdens het congres, via Twitter: #nbcsbr2012

Win een zon- en lichtreguleringsysteem!

Gebouwen waar de juiste zon- & lichtregulering (zonwering) ontbreekt, zijn meestal geen feest om in te werken of te wonen. Daarom gaat Bouwwereld samen met HunterDouglas® Luxaflex® gratis een zon- & lichtreguleringssysteem weggeven aan een gebouweigenaar die problemen hebben met de optimalisering van het binnenklimaat.

Natuurlijke hulpbronnen, zoals daglicht, kunnen in combinatie met energiebesparende technieken bijdragen aan een comfortabele en productieve leef- en werkomgeving. Het is gebleken dat slim toegepaste, goed ontworpen zon- & lichtregulering een rendabele investering is die een substantiële verbetering van het binnenklimaat oplevert. Dit kan, naast een lagere energierekening, in een hogere arbeidsproductiviteit resulteren en dus in meer rendement.

Drie nominaties
De beoordelingscommissie nomineert maximaal drie inzendingen waaruit één winnaar gekozen wordt. De commissie bestaat uit Bart van de Bult, R&D manager en Wouter Beck, sustainability GreenTech Director, beiden van Hunter Douglas Europe, Atto Harsta oprichter en directeur van Aldus Bouwinnovatie en Stichting Living Daylights en uit Peter de Winter, hoofdredacteur van Bouwwereld. De winnaar wordt beloond met het intelligent gestuurde geautomatiseerde zon- & lichtreguleringssysteem, type screen of horizontale lamellen van het merk HunterDouglas® Luxaflex® geleverd en gemonteerd op de zon georiënteerde gevel. Een inzending dient uiterlijk 6 april 2012 binnen te zijn bij HunterDouglas® Luxaflex®.

Lees het gehele artikel en de voorwaarden hier