Level playing field voor biobased bouw!?

Hoe ongelijk is het speelveld van Eindige versus Biobased bouwmaterialen? Wat zijn de belemmeringen in de wet- en regelgeving voor biobased bouwen? En wat zijn op basis van die inzichten effectieve stimulerende maatregelen die een gemeente zelfstandig kan nemen?

De gemeente Almere groeit de komende jaren nog stevig door, tot 2040 moeten er nog 60.000 woningen worden gebouwd. En dat, zo duurzaam mogelijk. Almere wil met haar visie Growing Green Cities deze nieuwe opgave circulair ontwikkelen. Biobased bouwen past uitermate goed in die plannen. Tegen deze achtergrond is de gemeente Almere benieuwd of er wettelijke belemmeringen zijn die het speelveld voor Biobased bouwen ongelijk maken. Aldus bouwinnovatie is gevraagd dat wettelijke speelveld te onderzoeken. De onderzoeksvraag luidde;
Selecteer de 10 meest relevante knelpunten voor de acceptatie en adoptie van biobased bouwen (materialen en producten) in de huidige bouwregelgeving.
Het wegnemen van deze belemmeringen moet resulteren in een stimulans voor biobased bouwen.
En onderzoek welke maatregelen de Gemeente kan nemen ter stimulering van biobased bouwen en de toepassing van biobased bouwmaterialen.

Het onderzoek leverde een aantal nieuwe inzichten op. De wettelijke belemmeringen in bijvoorbeeld het Bouwbesluit liggen diep verscholen in de bepalingsmethoden waar normen naar verwijzen. Dat vraagt nogal wat stappen om die boven water te krijgen. Voor een aantal materialen of toepassingen is dat gelukt.
De grootste belemmeringen worden echter veroorzaakt door het juist niet kunnen toepassen van kwaliteiten, fysieke eigenschappen en dergelijke. Onze belangrijkste conclusie luidde dan ook; ‘Zoek geen belemmeringen in de eisen die het bouwbesluit stelt, maar toon en beloon de positieve bijdragen van biobased materialen / constructies aan een gezonder, comfortabeler, duurzamer en energiezuiniger gebouw aan.’

Aldus heeft vanuit de positieve en onderscheidende eigenschappen van biobased bouwen en biobased materialen een reeks aan stimulerende maatregelen benoemd waar de Gemeente mee aan de slag kan. De Gemeente Almere, Provincie Flevoland ondertekenen binnenkort een Green Deal waarin een aantal concrete acties die aansluiten op deze uitkomsten worden opgepakt.

Heeft u interesse in het onderzoek, vraag dan nu de rapportage aan via: aldus@aldus.nl

Wie zaait zal oogsten: een hennep revolutie!

Hennep Almere 5 augustus 2014Op 10 september is het zover: onze industriële hennep geteeld op wachtlanden in Almere zal dan feestelijk geoogst worden door wethouder Henk Mulder. Eind mei werd daar op ons initiatief hennep ingezaaid op 2 stukken grond langs de A6 (totaal 11Ha). De gemeente heeft het initiatief omarmd om er de lokale biobased economie mee te versnellen.

In 4 maanden tijd is dit veelzijdig toe te passen gewas uitgegroeid tot een ongelooflijke 3 meter hoogte. Als getuige van deze groeispurt zie je en realiseer je je wat een enorme  CO2 opslagcapaciteit dit gewas bezit. In die zin is de hennep ook voor ons nog elke dag net als een vergeten groente; een verrassing ten aanzien van de enorme toepassingsmogelijkheden en onderscheidende voordelen.

In de tussentijd hebben we niet stilgezeten, maar zijn we intensief op zoek gegaan naar concrete product- en bouwtoepassingen waar we de hennep ook lokaal kunnen toepassen. Zowel qua verwerkingstechnologie als qua producttoepassing hebben we een aantal eerste geïnteresseerden gevonden die op 10 september een intentieverklaring zullen tekenenen voor de afname van deze eindproducten. Hulde! Maar laat het vooral een inspiratie zijn voor anderen om ook hennep te gaan toepassen. Het is niet allleen beter voor het milieu (indirect), maar ook voor onze gezondheid als individu (direct).

Volgend seizoen willen we dit Living Lab zowel in omvang als ook in het aantal biobased varianten doorzetten en opschalen. Ook daarvan zullen wij u tijdens het oogstfeest graag meer vertellen. Wij hopen jullie op 10 september mede namens de Gemeente Almere, Annemarie van Osch, te ontvangen en te trakteren op een hennep pannenkoek. Zie hier de officiële uitnodiging. Alle steun en suggesties zijn van harte welkom!

Zie ook projectbeschrijving Biobased Bouwakkers Almere.
En vorig blogartikel Almere zaait biobased bouwketen op wachtlanden.
Persbericht: Eerste Almeerse hennep geoogst

Energieterrorist versus Biobased Diehard

biobased diehard Uit column Cobouw zomerspecial, 14 augustus 2014 door Jan Willem van de Groep:
“Duurzaamheid is toch meer dan energie?”. Het is de inkopper van de dag als ik vergeet er tijdens mijn lezing iets over te zeggen. Ik ben door echte biobased-diehards zelfs eens uitgemaakt voor energieterrorist. Dat ben ik echter niet zonder reden. Duurzaam bouwen…..lees meer

Reactie Atto Harsta:
Geachte energieterrorist, beste Jan Willem;

Zie het als een geuzennaam want die verdien je absoluut in je onvoorwaardelijke strijd voor verduurzaming!
Als biobased diehard heb ik je die naam destijds (tijdens Ecobouw 2014) echter niet zomaar gegeven. Ik ga ervan uit dat jij het gehele veld van duurzaam bouwen overziet evenals de onderlinge relaties, tegenstrijdigheden en afhankelijkheden. Dat is helaas voor veel toehoorders van jouw en mijn lezingen zeker niet het geval.
Bouwend NL loopt niet bepaald voorop met een doorgronde feiten- en praktijkkennis. Ik word blij om te lezen dat jij nu ook de ‘embodied energy’ tot jouw geuzenstrijd rekent (dat deed jij destijds nog niet en zal ik in mijn biobased lezing absoluut hebben benoemd). Want naast grondstoffenschaarste als reden om anders te gaan materialiseren is het inderdaad ook de hoeveelheid energie die nodig is om een materiaal, product of bouwdeel te maken, transporteren en te monteren die in de energiebalans van een gebouw een steeds belangrijker rol gaat spelen.

Ik refereer vooral naar terrorisme vanwege de kortzichtigheid waarin de energiediscussie zich momenteel beweegt (geen persoonlijke maar algemeen aanklacht dus).
De markt heeft niets aan nul-op-de-meter woningen die ongezond zijn (ook daar kan natuurlijk materialiseren veel aan verbeteren), of slechts zeer beperkt houdbaar zijn vanwege niet of slecht functionerende installatievoorzieningen, of niet toekomstbestendig zijn omdat het beperkte geld in de verkeerde (lees eenzijdige) zaken is gestoken.
Ik ben groot voorstander van ruime, goed geïsoleerde casco’s en ook allerlei andere bouwkundige voorzieningen die het energieverbruik blijvend verlagen.
Helaas zijn veel van de huidige energieneutrale concepten gebaseerd op de EPG berekening die voor meer dan 80% installatietechnische voorzieningen overwaardeert. Deze voorzieningen hebben veelal een hoge eigen embodied energy, verbruiken in hun korte levensduur ook nog eens veel energie (vaak veel meer dan in de berekeningen meegenomen) en hebben een beperkte levensduur (waardoor ze in 75 jaar minimaal 3 keer moeten worden vervangen). Gebruikersgedrag blijkt uitermate onvoorspelbaar, door de enorme verscheidenheid aan gebruikers en nog grotere complexiteit aan technologie. Hier ligt echt een belangrijke ontwikkeluitdaging, zeker ook om ooit nul op de meter garanties te kunnen geven.

Zoals de trias energetica voorschrijft moeten we met besparen beginnen. Daar ligt de huidige opgave. Het is fantastisch dat jij deze strijd onvermoeibaar voert. Technologisch zijn alle oplossingen er al om te isoleren en duurzaam energie op te wekken. In de praktijk moet er nog veel gebeuren om dat te bewerkstelligen. Via innovatie en financiering mbv de energierekening moet dat gaan lukken. De volgende opgave ligt vooral op grondstofniveau. Daarin hanteren wij de Trias Materialis, waarbij eveneens besparing bovenaan de prioriteitenlijst staat. Vervolgens moet je een verstandige keuze maken in hernieuwbare (biobased kringloop) of recyclebare producten (technologische kringloop). Wij strijden nu hard voor de biobased kringloop omdat deze nog zo’n grote achterstand heeft in de bouwpraktijk en omdat de technologische kringloop pas echt werkt als de recycling oneindig wordt toegepast of net zo lang als nodig om de grondstof weer te vernieuwen….

Gezien de uitputting van de aarde, kunnen we onze strijden best gelijktijdig voeren.
Het is dus niet de energieterrorist versus de biobased diehard maar de energie-idealist én de biobased diehard (circulaire fanaten) die het verschil kunnen maken!

Energieke groet, Atto Harsta

Handvatten voor Circulair Bouwen

PrintEens in de zoveel tijd steekt er in duurzaamheidsland weer een nieuwe term de kop op. Iedereen laat dan vallen waar hij mee bezig is en rent achter de nieuwste trend aan.
Op dit moment is het toverwoord “circulaire economie”.
Hoewel mijn intro enigszins cynisch mag klinken, is er inhoudelijk niets mis met deze nieuwste stroming. Alle eer komt toe aan Ellen MacArthur en haar gelijknamige foundation, die deze term inhoud en bekendheid heeft gegeven. Overigens is er heel veel overeenkomst met de Cradle to Cradle filosofie van McDonough en Braungart (vooral gericht op productniveau tov systeemniveau).

Een circulaire economie is regeneratief (vermogen tot zelf herstellen) van ontwerp. Hij bestaat uit 2 materiaalstromen; biologische materialen, die de natuur weer kan opnemen, en technologische materialen die zo lang mogelijk in omloop dienen te blijven met zo min mogelijk kwaliteitsverlies. De circulaire economie draait uiteindelijk volledig op hernieuwbare energie. Voor inhoudelijke achtergrond raden we de 3 rapporten “towards the cricular economy” van harte aan.

Maar wat betekent dit nou voor de bouw? Kunnen wij een vertaling maken van dit circulaire gedachtengoed waarmee onze sector concreet (en meetbaar) aan de slag kan? Ja dat kan en dat is ook hard nodig. We hebben een ecologisch begrotingstekort van 30% en consumeren 3 aardbollen. De bouw is daarbij verantwoordelijk voor verbruik van:

  • 30% van onze grondstoffen
  • 40% van het totale energieverbruik
  • 40% van de totale CO2 emissie (waarvan 5% door beton!)
  • 30% van het afval
  • 20% waterverbruik

Gelukkig zijn er goede voorbeelden van circulaire bouwprojecten zoals Gemeentehuis Brummen. We moeten echter uitkijken niet alleen op het gebouwniveau te focussen, want een volledig recyclebaar gebouw is nog geen optimum voor de circulaire economie. Wij doen een voorzet en geven een aantal handvatten:
Circulair bouwen dient op de niveaus Gebied, Gebouw en Gebruiker te worden geïmplementeerd. Als methodiek onderscheiden we de volgende stappen met aandachtspunten:

Stap 0: Algemeen

  • invoeren van biologische kringloop: cascaderen (= hoogste toegevoegde waarde uit je biomassa halen)
  • invoeren van technische kringloop: recyclen en levensduurverlenging
  • zoek cross sectorale verbanden met synergie
  • innoveer op product- én procesniveau 

Stap 1: Gebied

  • Welke natuurlijke bronnen zijn beschikbaar?
  • Welke reststromen uit de buurt zijn bruikbaar?
  • Wie kan mijn reststromen (na minimalisatie) nuttig gebruiken?
  • Voer een exergie analyse op gebiedsniveau uit!
  • Hoe bevorder je de plaatselijke biodiversiteit?

Stap 2: Gebouw

  1. Niet bouwen
  2. Hergebruiken waar mogelijk; te beoordelen op:
    – gebouwniveau
    – onderdeelniveau
    – materiaalniveau
    – grondstofniveau
  3. Alleen nieuwbouw als het niet anders kan!
    – demontabel bouwen
    – scheiding van onderdelen met verschillende levensduren
    – materiaalkeuze; hanteer onze “Trias Materialis”
    – materiaalkeuze; gebruik LCA (NB*: met verstand!)
    – maak gebruik van een grondstoffenpaspoort
    – ontwerp op Total Cost of Ownership

Stap 3: Gebruiker

  • Stimuleer nieuwe businessmodellen; van eigendom naar gebruik!
  • Sturen op bewustzijn; geef inzicht en feedback
  • Stimuleer duurzaam gedrag; minimaliseren van energieverbruik en afvalproductie & maximaliseren van levensduur
  • Maximaliseren van gebruiks- en onderhoudsgemak; “idiot proof”
  • Maximaliseren van comfort en gezondheid
  • Sturen op prestaties (energie, reststromen, binnenklimaat, etc.)

Heeft u op deze ruwe methode iets aan te vullen? Wij vernemen graag uw reactie! Voor achtergrond of hulp bij implementatie neem dan contact met ons op.

*NB: men dient rekening te houden dat de LCA methode te weinig stimulans geeft voor positieve eco-impact ipv alleen minder schade berokkenen. Daarnaast wordt de optie voor recycling na gebruik slecht meegewogen. Zie “Life Cycle Assesment for a Circular Economy”.